1502-08-25 |

G.A. Haarlem N 184 achterin/Cartul Leprooshuis
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden met leenmannen der grafelijkheid van Holland dat Pieter Pietersz, schoemaicker, voor zichzelf, en zijn dochter Geertruydt Pietersdochter, met haar vader als voogd, gelieden dat zij gezamenderhand, uit liefde voor het ziekenhuis buiten de stad Haerlem, daer zij beyde geprovent zijn hoer leven lang gheduerende, vermaakt en besproken hebben na hun beider dood, al de goederen die zij in het ziekenhuis gebracht hebben. Verder wil Pieter Pietersz dat het ziekenhuis hebben zal vuijt die custinge van twee huysen met hueren erven, die de voors. Pieter noch vercopen sal, daer of dat een huys staende is in de Cruijsstraet, ende dat ander in St Jansstraet, de somma van 50 R gld tot 40 gr per stuk etc (vgl 1512-04-03, 1519-11-19, 1531-03-10, 1531-03-15, 1531-03-30)

Frans Gerritsz en Geryt van Warmond, schepenen; Evert Jansz van der Meer en Florys Bolle, leenmannen