1518-06-15 |
R.A.H. Coll Roeperpapieren Haarlem Inv 59 regest 90
Haarlem Algemeen
scepenen in Haerlem oorkonden dat Katrijn Aerntsdochter, oude Pieter Harmansz weduwe met haar zwager Jan Zijbrantsz als voogd voor ½, Jan Zijbrantsz als man en voogd van Cornelie Pietersdochter, heer Aernt Pietersz, priester, Margriet en Janne Pietersdochteren, bagynen op den Groten Hof, met Jan Zijbrantsz voors. als voogd, en Willem van Assendelft in de naam van zijn vrouw Lysbeth Pietersdochter, voor de andere ½, tesamen verkopen aan Riewert Ysbrantsz een huis en erf staande achter Frans Gerytsz huijs in de Damstraet geheten "dat Kindekin", voor ingaande meteen poort en stege in de Damstraet en achter uytgaende met een stege in die Sackstege, zuid: Clemeyns Dirick Willemsz Keijserskints weduwe en Frans Gerytsz, oost: de weduwe van Jan Jansz de mater ende de comansschuyr, noord: de voors. Clemeyns, Hillegond Claes Dirck Joosten weduwe en Symon Dircksz, west: Walraven van Brederode, t nyeuwe kerkhof en Jacob Dircsz de Vriese; "ick geloof dat dese Pieter Harmes een broer was van Jannetje Harmes, die moeder was van Syburch Gerrits van Montfoort"
Jacob Dircsz de Vriese (zegel: 3 eikels) en Gheryt Steffensz (3 pijlen boven elkaar, van links naar rechts boven), schepenen