1542-10-06 |
Ms Opstraeten van der Molen III fol 796
Haarlem Algemeen
schepenen in Haarlem oorkonden dat Lancelot Jacobsz met zyn neve Pieter Jansz Paeu ter eenre zyde, ende Josijne natuerlycke dochter van Wouter van Bekesteijn, schout der voorn. stede, met haar vader Wouter als voogd, huwelijksvoorwaarden zijn aangegaan, op de condities in de doorgestoken brief vermeld. Lancelot Jacobsz brengt aan een stuk land in de ban van Limmen genaamd de Schoenmakersven, gebruikt bij Reijntgen Pluijmgraef om 16 R gld sjaers. En hiertoe nog de Santvenne aldaer, bruiken Jan Heijnenz en Jan Reijersz tesamen voor 17 R gld sjaars. Josyna brengt ten huwelijk 600 R gld in eens, die haar vader betalen zal te Meije of in de vasten e.k. Gekweten is hiermede de lijfrente haar door mr Jan de Jonge gemaakt, die nu geheven zal worden door haar vader
Joost van Hillegom (zegel: een balk, vergezeld van 3 lelies, helmteken: een lelie tussen 2 vleugels) en Aelbrecht van Treslong (twee brantleeren, in de hoeck boven vlack velt daeronder 3 palen met 10 averexe lampen. Op de helm een croon ende een swaen tot de voeten met utgestreckte vleugels), schepenen