1502-08-23 | o.a. Vlieland, Uitgeest
G.A. Haarlem Inv I no 1544a Lade R/Arch Leprooshuis Haarlem
Haarlem Algemeen
leenmannen der grafelijkheid oorkonden dat Pieter Pietersz [scoemaker] verkocht heeft aan de Leproosmeesters te Haarlem: 1) 5 maden lands gelegen in de Waerdt, lendenen noord: Wouter van Bekesteyns erfnamen, zuid: Florys van Adrichem droochscheerder, oost: die Reguliers buyten Haerlem, west: die Lyede, geldt 7 R gld sjaars, 2) ½ mad lands gemeen met Claes van der Meer, gelegen in Sperenlant in den ban van Sparendam, daer lenden of zijn noordwest: mr Heynrick Symonsz, zuid: Claes Havicksz c.s, oost: die Haefdijck mit die Sperne, west: die middelwateringe, geldt 20st sjaars, 3) 2 R gld jaarlijkse pacht gelegen tot Heemstede op een stuck lants geheten Berchcamp, zoals de schoutenbrief inhoudt die hij overgegeven heeft, 4) een crofte erfhuurland, gelegen in den ban van Velzen, mit een acker daerin gelegen dat geen erfhuerlant is, ende gebruijckt tezamen Havick Ghysbrechtsz om 7 R gld sjaars, 5) een made lants gelegen opt Vlyelant, daer naest lenden of zijn west: Wiggersacker, zuid: dat ziekhuis voors, noord: Claes Pietersz Borst, oost: St Elisabethsgasthuis binnen Haarlem, en de geldt 3 R gld sjaar, 6) ⅙ deel van 6 maden lants gemeen met Machtelt Roeijncxdochter, gelegen in den ban van Vuytgeest, daer naeste lenden of zijn noord: Huijge Mildenven, west: die lester hantsven, zuid: die laen, oost: die laenven, ende gelt dit deel 2 R gld sjaars, 7) zeker erfhuurland gelegen opt Vlielant, ende gebruyct Pieter Jansz om 2 R gld sjaars
zegels van Evert Jansz van der Meer (twee dwarsbalken beladen met resp 3 en 2 spitsruiten), Floris Bolle (een schuinbalk rechtsboven vergezeld van een klaverblad ?), leenmannen