1564-03-03 |

Ms Opstraeten van der Molen III fol 746
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat Cornelis van Berckenrode, onse beminde medebroeder, als gemachtigde van Barthoude van der Hooch, weduwe mr Anthonis Herweijer, doctor in de medicijnen, residerende in den Hage, transporteert aan Henrick van Berckenrode een losrente van 50 Kar gld sjaars, als hem op 1563-05-01 door Barthoude voorn. getransporteerd is, sprekende op Claes van Lindenburch Jacobsz, poorter van Leiden. Voorts compareren mr Gerrit van Berckenroede, priester, Zijbrant en Adriaen van Berckenroede, alle gebroeders ende oemen van de voors. Henrick van Berckenroede, ende verclaerden henluiden wel kennelijck te wesen dat wylen Dirc van Berkenrode haerl. broeder ende vader van dezelfde Henric op 1557-01-27 stilo communi deze rente van 50 Kar gld van de voorn. Claes van Lindenburch, syner huijsvrouwen oom, tot synen laste overgenomen heeft naer utwysen der brieven van accoorde of contracte daervan wesende. Ende dat naer t overlyden van Dirck in de delinge van goederen die er geschiedt is tussen Gooltie Claesdochter, zijn nagelaten wedue, en haar 3 kinderen by de voorn. Dirck gewonnen, de last van deze rentebrief aan de genoemde kinderen aanbedeeld is op 1558-10-07, zodat de kinderen tot heden toe de rente op deze schuld betaald hebben (vgl 1563-05-01)

Dirck die Vriese Jacobsz (zegel: 3 eijckelen) en Philips van der Maedt (een dwarsbalk), schepenen