1564-09-15 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 83 fol 24
Haarlem Algemeen

Adriaen Pietersz in de Fuyck erkent schuldig te zijn aan Jacob Aemsz, scheepmaker, en zijn huisvrouw Baeff Pietersdochter, een jaarlijkse lijfrente van 12 Kar gld. Borg: Garbrant Jansz van Maerssen, zijn zwager