1580-05-27 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 83 fol 77
Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dat Annetgen Pietersdochter, weduwe Jacob Claesz in de Sloetel, met haar zwager Adriaen Thomasz, goudtsmith als gecoren voogd, erkent schuldig te zijn aan Dirick en Cornelia nagelaten weeskinderen van Claes Nanningsz [Borst ?] een losrente van 3 Kar gld sjaars, te lossen met 50 Kar gld. Adriaen Thomasz goudtsmith stelt zich borg voor Annetge Pietersdochter, zijn schoonmoeder

Hugo Bol van Zaenen en Jacob Ysbrantsz, schepenen