1596-04-24 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 83 fol 110, 111
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat de regenten van het H. Geesthuis aldaar bekenden van des voors. godshuis wegen, hoe dat wylen Henrick van Berckenrode Zijbrantsz liberalycken t voors. Goodshuys gegeven en besproken heeft de somma van 600 Kar gld, die zij bekenden onvangen te hebben onder de last dat het godshuis gehouden zal zijn uit te keren drie erfrenten, elck van 6 gld, de een ten lyve van Marytgen Jansdochter, dienstmaecht ten huyse van Aechte van Berckenroede, suster van de voorn. Henrick sa, daer hij gestorven is, Marytgen is 28 jaar oud. De tweede ten lyve van Tryntgen Henricsdochter, oud 37 jaren. De derde ten lyve van Neeltge Lourisdochter, oud 54 jaren. Dezelfden erkennen eveneens van wijlen Henrick van Berckenrode Sybrantsz ontvangen te hebben 600 Kar gld onder de last hieruit een rente uit te keren aan Agatha en Margrieta van Berckenrode, zusters en erfgenamen van Henrick voorn. Dit is echter een eeuwige onlosbare rente van 19 Kar gld en 10 st sjaars tbv de 13 camertgen ofte hofgen van wijlen Dirck van Heussen, als elcks 30 st. Eodem die

Baerthout van der Nyenburch en Jan Matheusz, schepenen