1602-05-02 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 82/I fol 18
Haarlem Algemeen

[t Sant] Adriaen Bruijnen en Willemtgen Willemsdochter, echteluyden, erkennen schuldig te zyn aan Aechtge Henrix weduwe van Cornelis Banninck, de som van 500 gld van geleende penn, die zij belooft hebben te voldoen van d'eerste penn. dijn den voors. Willemtgen ontfangen sal voor haar portie van vercochte huyse en erve gestaen aen t Marctvelt, nagelaten by haar moeder Lobberich Dircsdochter, t welck by de erfgenamen in t gemeen aen de stad vercoft is, waer Willemtgen volgens den testamente van de voors. Lobberich voor ⅕ part competeert, transporteren zij comparanten haere portie voor soo veel t noot is tbv Aechte Henricsdochter voors. etc.