1422-07-24 |
Inv Arch H. Geest te 's Hage dl I no 607 dl II regest 180
Jaartallenindex
schepenen in den Haghe oorkonden dat Jan Boegaert erkent schuldig te zijn aan Jan Broer een jaarlijkse rente van 6£ 8 schell Holl sjaars op zijn huis en erf in de Hoechstraet, belend noord: Huge Willemsz, zuid: coman Geryt, oost: de Beeck, west: de Heerstraet. Oorspr. Inv no 607, in dorso van het retroactum: habet Teeuw in den Engel, Dammes die bode in die Hoichstraet. Up Aernt Jacopsz in St Jacop in de Hoechstraet. In dorso van de [!] akte: up Aerent Jacobsz in St Jacob. Copie, in margine: habet anno 1557 Jan Sproncxssoen weduwe in St Jacob; nu: Joseph Joseph Martynsz Verhoef, goutsmit. Habet anno 1586 de weduwe van mr Arent Simonsz Jutphaes. Habet anno 1624 Nicasius Hanneman ende de weduwe van Pieter Bartelmeusz in de Sint Jacob. Eodem die verklaart Jan Boegaert schuldig te zijn aan Jan Broer in een schepenbrief op zijn huis en erf in de Hoochstraet een rente van 6£ 8 schell Holl sjaars, waarvoor hij hem jaarlijks op St Jacobsdach 2 gouden nobelen zal betalen (vgl 1445-02-14)