Jacob Matheeusz | 1448-03-13

Schadee: Sententiƫn Hof van Holland no 31 p 48
Voornamenindex

Gysbert van Vianen, eiser, contra Jacob Matheeusz, verweerder: eiser stelt dat Jacob in 1448 van de landsheer het schoutambacht van Krommenie, Krommeniedijk en West-Zanen had verworven, om het zelf te bedienen of dit door een ander te laten doen. Jacob had het ambt toen voor 10 jaar aan eiser verpacht, maar deze heeft niet aan zijn verplichtingen voldaan, want hij liet het ambt uitoefenen door Pieter Willemsz; gedaagde vraagt schadevergoeding. Eiser antwoordt dat Pieter Willemsz het ambt verkreeg van de landsheer zelf, hij vraagt hem het ambt terug te geven, opdat hij aan zijn verplichtingen kan voldoen. Het Hof beslist dat eiser zich met goede redenen heeft beklaagd en dat Jacob hem vergoeding moet geven, behoudens zijn actie tegen Pieter Willems; verweerder wordt in de kosten veroordeeld