Jacob Gherytsz | 1351-10-06

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 10/Reg EL 25 fol 5v
Voornamenindex

hertog Willem oorkondt "dat wi vercoft hebben Jacob Gerritsz, onsen poirter tot Delft, dat ambacht van den Nuwenvene dat s graven Noer [t ?] vene geheten is, dair die N.Z. of streckt tote Dedingerbroeck, ende dat oestende dairof tote veren Avensloet toe, ende die suytside daerof an dat veen dat Willem Snickeriems veen genoemt is, ende t westende dairof tote Pieter Baven sloots toe, sterckende an Noetdorp, met allen renten en toebehoren alst hierbinnen gelegen is ende heer Willem van Duvenvoirde te hebben plach, diet jegens ons verbeurt heeft"; de hertog verklaart zich voldaan en betaald "met gereed geld, ende met coste dij hij ons bewijst heeft, dat hi bi onsen behiete in onsen dienst gedaen heeft. Ende gebieden allen onsen goeden luden binnen desen ambacht van den Nuwenveen, dat si Jacob gehorich en onderdanich syn"