1594-10-20 | Heemskerk

Arch Grote Gasthuis Haarlem no 46/113
Jaartallenindex

schout en schepenen in Heemskerc oorkonden dat Baernt Jansz, deken, Claes Cornelisz Cock, Pieter Willemsz, Jacob Joppen en Michiel Jansz, gezworenen van het wolleweversgilde te Haerlem, eener-, en de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis te Haarlem anderzijds, een accoord gesloten hebben voor Cornelis Rijcken en Symon Cornelisz Spug als schepenen van Haerlem op 1578-02-13. Tengevolge van dit accoord draagt het wolleweversgilde over aan gasthuismeesters, eerst een stucke lants in den banne voors. Wesende t westeynt van de Santven, groot 900 roeden, belend oost: het Elisabethsgasthuis, west: Jan Woutersz aen Heemskerckerduyn, zuid: jonge Dirc Duijnmaijer ende Jaspar Pietersz, noord: Cornelis Laurensz Oosterling. Ende noch een stucke lants, genaempt de Boets, groot 500 roeden, gelegen in de banne voors, belend west: de Leprosen buyten Haerlem, noord: de erfgenamen van Evert Luijtgis, zuidoost: een stuck lants genaemt de grote Vogelmeer, gecomen van de Reguliers vuyte Wijck, zuid: Jan Dircksz en Claes Adriaensz Bloem

Laurens Jansz, schout in Heemskerc, Louris Diricsz en Jan Jorisz, schepenen aldaar