1621-05-07 |

Ms Opstraeten van der Molen III fol 817
Jaartallenindex

jhr Diedrick van Haerlem van Berckenroede Henricsz wordt beleend met: 1) die Berckenroedse Hoeve, groot 18 morgen, gelegen in het ambacht van sGravensande, onversterfelijk erfleen; 2) een tiende in den ambacht van Heemstede, ende Jan van Heemstede toe te behoren plach, recht leen; 3) een deel van de ambachtsheerlijkheid van Heemstede, streckende van de Gasthuijslaen tot aen Jan Lotslaen tot achter aen die Vaert ende voort aen die heynsloot over aen s Heerenwech, met ⅔ deel van de thienden, die Jan van Heemstede aldaar had, met de drift van 2 paar oude swanen, zoals zijn vader Henrick van Berckenrode Dircsz die te houden placht; 4) die hofstede van Sparwoude met 5 maden lands ende de manschap van 45 maden lands die men van de voirs. hofsteden ten rechten leen houdt; 5) bode ambacht en schutterij van de stad Naerden, ende van de stede Goijlandt, onversterfelijk erfleen; 6) de ambachtsheerlijkheid van de buyrschap van Vlieland bij Schotercapelle bij de stede Haerlem, recht leen. Hem aangekomen bij dode van zijn vader Henric van Berkenrode Dircsz (vgl 1593-06-03, 1646-10-29)

leenmannen van Holland: jhr Antonis van Wassenaer en Duvenvoorde heer van den Bosch, Dirck Gool, griffier van de lenen, Cornelis die Jonge, Abraham van Cleermont