1624-12-07 |
R.A.H. Coll Aanw 529 fol 156v
Jaartallenindex
de ridderschap beleent heer Willem van Bronckhorst, ridder, na dode van vrouwe Anna van Woerden van Vliet en van Bouchorst, weduwe was van wijlen zijn broeder jhr Andries van Bronchorst, in syn leven heere van Vliet en Bouchorst, oudste hoogheemraad van Rynland. Volgens haar testament dd 1623-07-03 en volgens brieven van octrooi van de Staten dd 1609-05-07: 1) 6 morgen land, gemeen met heer Aalmanssen erfgenamen in het ambacht van Noordwyck op t westeinde van Duijnschoooten achter de Bouchorst, en is geheten "die Warande"; 2) 2½ morgen land leggende aan de oostzyde van der laan te Bouckhorst en mette suyteynde streckende aan de Heerweg; 3) 2½ morgen leggende gemeen met Vranck v.d. Bouchorst, streckende mitter noortzijde aan de wateringe langs, ende metter zuidzijde streckende aen die Bouchorst op die graft; 4) 2 campen lants leggende aen die Bouchorst, streckende mitter suytsyde achter aan Willem Vranckensz woninge, ende mette westzijde aan Varickhorst, mitte noordzijde aan Duynschoten, mette zuidzijnde aan de Nieuwe wegh. Houdende 14 hondt, eertyts in leen gehouden van de abdij van Egmond. Te houden tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een paar witte handschoenen. Zijn rentmeester Johan Stoop doet de eed voor hem