1461 |

Ms Opstraeten III fol 1183
Jaartallenindex

Henrick van Sandenborch oorkondt als leenman van Wouter van den huijse van Sterkenborch en zijn vrouw jvr Catrine van Sterkenborch Gijsbertsdochter dat hij met o.a. Gerrit van Oestrum een oordeel gegeven heeft: de hofstad op Sterkenborch op d'een ende Heijmerick van Beeck, alse van een hoeve lants met 7 maden saets geheten dat goet te Grootvelt op die ander sijde, ende Dirrick Quint op dese tijt bruijct, gelegen in den kerspel van Rienen, ende Otto van Laer vóór ende syn broeder Gerrit van Laer, daernae versocht hebben aen der hofstat van Sterckenborch, nae utwysen des registers, soo wijsden de mannen dat dit goet een Starkenborchs leen is en blyven sal