1529-07-29 |

Ms Opstraeten III fol 1162-1164
Jaartallenindex

maaggescheid tussen Jan die Ridder ende Anthonis die Ridder ende Cornelia Anthonis die Riddersdochter, broers en zuster: Jan zal aan Anthonis en Cornelia geven het erfdeel hun aangekomen van wijlen hun ouders Antonis en Janna, te weten van huijs van hoff van berrich ende schuer van die steenen camer ende van alle huijsraet ende inboedel, schult, goud, silver, roerende en onroerend goed waar ook gelegen. 1) 4 morgen lants gelegen te Ryn wert after Walenborch, van de hoeftweteringe aen 2 campen daer boven, belend: Jan die Ridder en die Vrou van Vrouwenclooster [Geertruud de Ridder]; 2) 2 morgen 1½ hont te Rijnwert, streckende uter Langbroeckerwetering in die hoeftwetering, belend boven: Jan die Ridder, beneden: die abt van Oostbroec; 3) 2 morgen gemeen met 2 morgen die dat Gasthuys tot Wijck toebehoren, belend boven: die heren van den Dom te Utrecht, beneden: Anthonis die Ridder Gerritsz; 4) 8 morgen te Goeijwert, streckende ut die Langbroecker wetering in die Goeijer wetering, belend boven: Willem die Ridder, beneden: die heren van den Dom. Jan zal deze 8 en die 4 morgen vrijen en lossen ende Anthonis en Cornelia sullen ut die 2 morgen gelegen op die Muelencamp lossen eens 28 Ph gld ende dat daer meer op staet sal Jan lossen. Jan zal Anthonis en Cornelia een jaar lang te eten en te drinken geven. Willen Anthonis en Cornelia hun land verkopen of verhuren, dan zal Jan hierin voorrang hebben.Noch sijnt voorwaerden dat Jan die Ridder, Anthonis die Ridder, Frans Aelbertsz [x Willemyn de Ridder, zuster van Jan, Antonis en Cornelia] ende Cornelia Anthonis die Riddersdochter geven sullen Jan die Ridder haer natuerlycken broeder elc 12 gouden Hertog Ph gld eens

hier waren bij: Reyer Roelofsz van Wykersloot, schout in het gerecht van Neerlanbroec, Willem die Ridder, Frans Aelbertsz, Goyert Jansz