1537-03-22 (1536) |

R.A.H. Coll Aanw 246 fol 278/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

Jacob Cornelisz, balmaker, geeft het Hof te kennen dat hij processen voert tegen een Augustijn Turck, Adriaen die Milde en anderen, die hem niet moegelick en zijn ten eynde te beleyden, soe overmits dat mr Cornelis Morsch zijn curator bij den Hove geordonneert daar over nyet verstaen en mochte; dat oock zyne goeden ende insculden qualicken geadministreert ende geinnet worden alsoe diezelve mr Cornelis onwillig was daer getinne te delen (?). Mr Cornelis ontkende dit en stelde dat hij op verzoek van de huisvrouw en de kinderen van Jacob Cornelisz, overmits diens vangenisse ende dat hij op die tijd wat cranck van hoefde was, tot curator ad lites benoemd was en niet belast was geweest met het beheer van zijn goederen, endat hij van de curatele ontslagen wilde worden, overmits die veelheijt van zijn kinderen, ende dat die balmaker nu wederomme tot zijn verstande wel was om zelf zijn goederen te regeren. Het Hof herroept de akte van curatele dd 1535-02-05 en stelt Jacob weer in het beheer van zijn goederen [geen plaatsnaam genoemd]