1539-05-10 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 84
Jaartallenindex
keizer Karel beleent jvr Catharina Laurensdochter, weduwe van Lenart Boon Vranckenz, in leven onse tolnaer van Geervliet, na dode en makinge van de voors. Lenart Boon: 1) vier vierendelen van de helft van den gehelen lande van Cathendrecht met de ambachtsheerlijkheid, 2) vier vierendelen van de helft van der huysinge, hofstede, woninge, potinge, dijcken, uitgorssen, aenwassen, leen van Putten, onversterfelijk erfleen, 3) ¼ deel van ¼ deel van 96 morgen lands, gelegen in een landeken geheten Catendrecht, 4) mitsgaders ¼ van ¼ deel van alsulcke huysinge, hofsteden, boomgaart, bomen en potinge, als op die dycken aldaar binnen ende buiten daerop staende zijn , 5) ¼ deel van ¼ deel van een camp lants, groot 4 morgen, gelegen in Catendrecht, geheten den Oostcamp, liggende langs aen den Oost Schinkel, streckende van den Sluysvliet achter aen den ouden dycksloot, alsoo breet als hij daer gelegen is, 6) ¼ deel van ¼ deel van der ambachtsherenrecht van deze voors. landeken van Catendrecht, leen van Putten, erfleen. Voor jvr Catherine doet hulde Jan Louwerensz (vgl 1538-06-09, 1536-06-14)
leenmannen: Cornelis Barthouds, Vranck van den Hoeve, Willem Criep