1539-11-14 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 91
Jaartallenindex
Vranck van der Houve draagt op, krachtens procuratie bij jvr Clara filia Cipriaen de Plaat, weduwe van Jan van de Velde, gepasseerd te Brugge dd 1539-10-30, tbv onsen ontvanger van de beden in Holland, Willem Goudt, de geheele coorenthienden van 3 blocken lants gelegen in den ambacht van Scobbe en Everrocke, in Zuid Holland, geheten op deze tijd "het land van Moerkerken", belend block 1: oostwert van der kerke, oost: de oostwech, west: de Middelwech, zuid: de zuidwech, noord: de Noortwech, groot 78 morgen 38 roeden; block 2: westwaarts van daar, zuid: de Zuydwech, ende over de Noortwech tot aan Heynkens oort mitten noorteynde, noord: langs Butgens wateringe, west: langes den wech, groot 117 morgen 16 roeden; block 3: liggende westwaarts van daer, zuid: de Zuydwech, noord: Heynkensoort, west: langs der avelingen die langes den Westdyck loopt, oost: de kercksloot, streckende voorbij de Cathusers land, ende voort voorbij Willem Gerritsz land en Cornelis Buijsen land tot Heynkensoort toe, groot 99 morgen. Vervolgens wordt Willem Goudt beleend, leen van Putten, erfleen (vgl 1539-10-30)
leenmannen: mr Willem Pynsz, Raad Ord. in de Camer v.d. Rade, Jacob de Jonge, heer tot Baertwyk, Raad en mr van de rekeninge, heer Joost van Bronchorst, ridder, Willem Criep