1539-12-27 |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 170
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat Harmen Jacobsz, raimaker ende poorter van Schoonhoven, erkende verkocht te hebben tbv Ocker Heynricsz van Wyngaarden, nu ter tijd secretarius van Cabau, een ackertgen lants, groot 2 ½ hont ende 17 roy schaften, ende dit van alsulken 16 honden lands als Herman van de Grafelijkheid in erfleen houdende is, achtervolgende de leenbrief van 1539-07-22. Welk land gelegen is buiten de stede van Schoonhoven, zuid: zijne Keiz. Maj. Hofland. Welk voors. ackertgen en oock den molenwerf belend heeft oost: dat waterscip van Langerak, Cabau, Sevender. Ende streckende dat voorg. campgen an den bomgaert of dat zuytende tot den molenwerf toe, daer nu de watermolen op staet van den gemeen landen voorn. Met het verzoek om Ocker hiermede te belenen tot een erfleen (vgl 1540-09-01). In margine: Nota, dat dit behoort te staen in het capittel van Zuytholland
bezegeld door: Adriaen Baerntz en Aernt Bouwensz, leenmannen