1542-02-16 |

R.A.H. Coll Aanw 249 fol 352-359/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

keizer Karel bericht aan zijn luyden van de Grote Raad van Mechelen, aan het Hof van Holland, en aan de baljuw van Schoonhoven, dat hij ontvangen heeft de ootmoedige supplicatie van Willem Thin, voertijts onse baljuw van Schoonhoven en Beloys, inhoudende dat hij lange jaren heeft gehad t principaal regiment van onse voors. stede van Schoonhoven, ende aldaer geweest tot diverse stonden burgemeester, schepen en tresorier. Dat hij op Alre Zielendach l.l. met nog 6 andere personen nae die noene tsamen vergadert syn geweest ten huize van Dierick Claesz, waert in de Moriaen. Dat enkele leden van dit gezelschap hem uit afgunst beticht hadden dat de leden van het Hof van Holland waren "een hoop verraders, dieven en rabauwen". Dat zij hem zelfs deswege bij de Proc. Gen. aangeklaagd hadden, die hem had gedagvaard. Hij ontkent de bewuste woorden geuit te hebben, maar om een langdurig en kostbaar proces te vermijden, verzoekt hij door de keizer gepardonneerd te worden. Dat gebeurt en hij wordt van rechtsvervolging ontslagen tegen betaling van de kosten. Wel zal hij voor het Hof moeten verschijnen en onder ede zijn ontkenning bevestigen. Heeft hij de woorden wel geuit, dan zal hij deze voor de Grote Raad in besloten camer moeten herroepen, dit gebeurt op 1542-06-21