1543-09-20 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Vriesland fol 59v
Jaartallenindex

Willem heer van Schagen verklaart dat zijn moeder Cateryna van Schagen en zijn andere broer, en zijn zwager Joris van Treslongue, omme hem te helpen totte voors. heerlycheyt van Schagen wylen vrouwe Josyna vrouwe van Schagen recht voor haar overlijden beloofd hebben 400 Kar gld per jaar, ter losse den penn. 18, waarvan Josyna 200 Kar gld gemaakt heeft aan Johanna van Schagen, weduwe Gysbrecht van Schoten, en de andere 200 gld aan Frans en Eernst van Nieuwenrode. Om kwesties te voorkomen, te weten dat die Janne van Schagen behouden soude 300 Kar gld, ter losse den penn. 18, en die voors. van Nieuwenroode 150 Kar gld, welverstaande dat die eerste 400 gld daer in begrepen en gecompenseert soude zijn, en dat zijn moeder, broers en zwager bovendien nog beloofd hebben: aan mr Claas van Castricum en mr Jan in 't Haentgen, doctor in de medicynen, elk een rente van 15 Kar gld, ook ter losse den penning 16 [!]. Hun ouders beloofden Aechte Michielsdochter haar leven lang een rente van 60 Kar gld. Dat ook wijlen Jan van Schagen omme te voldoen alzulke 200 gld eens als hij vrouwe Josyna belooft had, vercoft hadde den H. Geest binnen Haarlem een rente van 60 Kar gld, ter losse den penn. 18, voor alle welcke renten zijn broers en zwager verobligeert staan ende onredelycken ware dat deze renten souden komen tot heurluyder laste, alsoo die alleenlycken geconstitueerd zijn omme te consequeren die voors. heerlijkheid ende tot profyt van hem comparant ende niemand anders, soo is het dat hij comparant belooft zijn moeder, broeders en zwager an al die renten schadeloos te houden, onder verband van zijn heerlijkheid van Schagen. Hij draagt zijn moeder Catharyne van Schagen de voors. renten uit zijn heerlijkheid op met het verzoek haar daarmede te belenen (vgl 1544-03-04)

bezegeld door Goodschalck van Winsen, Floris van Pallaes, Jan Ruysch, leenmannen van Holland