1543-11-08 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 300v-304
Jaartallenindex

leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden dat Jacob van Wena here van Ghysenburch erkende vercoft te hebben aan joncker Pieter van Chanu, een rente van 100 Kar gld per jaar, losbaar den penning 16, of ter somma van 1600 Kar gld. Jacob verhypothequeert hiertoe het huis van Ghyssenburch met al zijn toebehoren, die heerlijkheid van Ghyessen nijekerke met alle manscappen, thiende, profyten, visserijen, swaandriften, molen, en voorts al zijn andere goederen. Jacob verzoekt confirmatie op deze brieven. In margine: op huyden compareerde Bouwen van Drenckwaerde Willemsz en exhibeerde twee gecasseerde brieven, daerof t inhouden hier geregistreerd, ende versochte, alsoo dese rente in deze gementioneert afgelost is, dat men mitsdien t selve hiermede soude mogen uytten registere doen tot ontlastinge van zijn vader Willem van Drenkwaarde. Eodem die beleent Karel joncker Pieter van Chanu met deze losrente

leenmannen: Cornelis Barthouts, Nicolaes Barthouts; Wouter van Beeckesteyn, schout van Haarlem, Cornelis Barthouts, Willem van der Criep, Nicolaes Barthouts