1544-02-20 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 320, 323
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat Jacob van Wena here tot Ghysenburch en Ghysen Nyekerke geaccordeert is met Huijgh Pot, getrout hebbende des comparants huisvrouwen zuster, uijt den name van de voors. comparants kinderen, geprocreert bij zijn tegenwoordige huisvrouw, mits dat Franchois van Wena, des comparants vader, voor stadhouder en leenmannen van Holland tbv de voors. comparant gewillekeurt en overgegeven is, dat die heerlijkheid van Ghysenburch en Ghysen nyekerke mitten huyse, hofstede, cingel ende boogart, manschap en allen toebehoren, als die voors. Franchois van Wena van zijn vader Jan van Wena geerft heeft en die te leen houdende is van de grafelijkheid van Holland, verkopen noch alieneren zou mogen, maar deze later succederen aan Jacob of aan zijn kind of kinderen, bij zijn huisvrouw Christina van Meerlo (zie confirmatie 1539-07-29). Franchois had den eigendom ervan getransporteert aan de comparant, en hield zelf de lijftocht aan deze goederen, doch Frans had ze later getransporteerd aan mr Hector van Hoxwier. Vrienden en magen van Jacobs huisvrouw hadden ter wille van de kinderen, deze lijftocht van mr Hector weer afgekocht en vele schulden afgelost die Jacob en Frans gemaakt hadden, besonder sulke penn. daarvoor die here van Brederode die heerlijkheid van Ghysennyekerke had willen doen verkopen, bedragende 2000 Kar gld. Comparant erkent aan de kinderen van zijn huisvrouw en erfgenamen schuldig te wesen 2000 Kar gld, en verzekert die op de heerlijkheid van Ghyssen Nyekerke. Op 2 maart confirmeert de keizer op verzoek van Huygh Pott de overeenkomst door hem met Jacob van Wena gesloten