1544-10-28 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 335, 336v
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Gerrit Jacobsz van Alblas opdroeg de Zuydwinde gelegen in den ambacht van Alblas, aan de ene zijde: Jans lande van den Noordeloos, aan de andere: Abels land van Bysanten, met allen uiterdyke ende dycke, groot 10 morgen, zoals hij die van de grafelijkheid in rechten erfleen houdt, tbv Pieter Gerritsz op Schairlaicken, poorter der stede van Dordrecht. Met het verzoek om deze ermede te belenen. Op 1545-05-29 beleent Karel, na opdracht door Gerrit Jacobsz van Alblas, Pieter Gerritsz op Schairlaecken, onse poorter van Dordrecht, met dit leen (vgl 1544-06-02)

leenmannen: Albert van Loo, auditeur v.d. camer v.d. rekeninge, Adriaen Sandelyn, advocaat in den Hove van Holland, Cornelis Barthouts; 1545 present: Jan van der Woort, Anthonne Lebucq