1545-11-30 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Kennemerland fol 93-96v
Jaartallenindex
Cornelis van Bergen, here van Zevenbergen etc oorkondt dat hij bij brieven dd 1541-06-15 om te volcomen en voldoen zekere huwelijksvoorwaarden gemaakt tussen jhr Ott van Assendelft en Geertruid van Bergen, onse natuerlijke zuster, in dato 1538-11-03, geconstitueerd hebben, Cornelis van Assendelft, joncker Ott's zoon, geprocreert bij Geertruid, een rente van 250 Kar gld per jaar, ter lossing den penning 20, verzekerd op onse heerlyckheden en domeinen van Noordeloos en Nieucoop, onder conditie dat joncker Otto gedurende zijn leven heffer van de helft zou wesen en Cornelis van de andere helft, bedragende 125 Kar gld in betaling waarvan Cornelis de jaren 1538-1545 ten achteren is, en hij aan hem nog 150 Kar gld die wij tot onsen laste genomen hebben tot ontlasting van de gravinne van Hoorn, onse nichte. Hij is dus nog schuldig aan Cornelis van Assendelft, die nog een weeskind is, 1150 Kar gld. Hij verkoopt hiervoor een losrente van 72 Kar gld, losbaar met 1150 Kar gld, onder verband van genoemde heerlijkheden Noordeloos en Nieuwcoop. Daar dit lenen zijn van de grafelijkheid machtigt hij Willem van der Criep, Cornelis Herpersz van Haeften en Adriaen van Lavelle, procureurs, om deze belasting te effectueren. Gegeven op onzen huyse tot Eemskerke (vgl 1545-12-14)