1545-08-05 |

R.A.H. Coll Aanw 250 fol 384/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

keizer Karel V: "Alsoe wij onderricht sijn dat deur de slappicheijt van oude ons officiers, schouten van Abbekerck, Turschk, Midtwoude ende Lammerschagen, gelegen onder t bailliuschap van Medemblick, grote ongeregeltheyt gecomen is in dezelve dorpen ende onder de inwoenders van dyen, sulcx dat deselve inwoeners dagelicx vechten ende malcanderen quetsen. Ende gaen diezelve gequetsten in andere dorpen of steden om zich te laten cureren, ten eynde die officier geen kennisse van t delict en soude connen hebben. Ende dair genesen zynde, accorderen mitten gheenen die dezelve quetxage hen gegeven heeft, zonder dat de schout aldaer immermeer can geweten wat rechtelessen (?) datter geschieden anders dan alsser yemant doetgeslagen wordt, t welck in t voors. quartier oock dickwyls gebeurt, waardoor de delicten dickwyls ongecorrigeerd blijven". De keizer doet nu bij clockeslach een placcaat afkondigen, dat degene die gequetst is zich voordat hij een tweede pleijster door de chirurgijn laat leggen, de wond door de officier moet laten schouwen, op verbeurte van 10£. De chirurgyn mag geen 2e pleister leggen voordat hij er zich van overtuigd heeft dat de officier de wond geschouwt heeft