1550-10-04 |

R.A.H. Coll Aanw 253 fol 572v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

request van weghen Jacob van Duvenvoerde heere van Warmond, dat tussen Barwout van Griecken zijn baljuw als eiser ter eenre, ende Jacop Schuer voor hemzelf en uijt naam van zijn huisvrouw, verweerder ter andere zijde, questie is gerezen voor mannen van Warmond, uyt zake dat de voors. baljuw sustineert dat de voorn. Jacob Schuer en zijn huisvrouw contrarie skeizers placaten zekere religieusen van den convente van Warmondt haer religie ende habijt verlaten hebbende, gelogeert ende geherbergt te hebben. Hij vreest nu weinig succes te hebben met vervolging van deze personen, daar t meestendeel van de mannen van Warmond behoren tot de maechschip van de voors. verweeerders. Hij verzoekt aan het Hof om uit 14 personen, wesende leenmannen, 7 mannen te nomineren om in deze zaak recht te doen. Ook de verweerders mochten enige mannen nomineren, doch zij waren in gebreke gebleven een voordracht te doen. Het Hof wijst aan: mr Frans Adriaensz, schepen van Leiden, Quiryn Allaertsz, Franchoys Hoochstraten, Jan van Endegeest, Cornelis Stalpert van der Wiele, Jan Conincsz, schepen van Haarlem, als leenmannen