1556-01-08 |

R.A.H. Coll Aanw 258 fol 273v-293v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

request van Ghysbrecht oom van Wyngaarden, baljuw van den Hage, dat hij door diversche siecten ende ongelucken die hij soe doer t volgen van de crijch en andere gehad heeft, belast is met zware schulden waarvoor hij aangesproken wordt. Dat zijn moeder bij haar testament bepaald had dat hij zijn goederen niet zou mogen verkopen dan met consent van het Hof en van enige personen. Deze personen hadden echter uitgemaakt dat hij niet zou mogen verkopen zolang hij niet gehuwd was. Hij stelt nu dat zijn moeder weliswaar na de dood van haar man in de onverdeelde boedel is blijven zitten, maar dat hem dan toch in ieder geval zijn vaders erfdeel bekomt (er zijn 5 kinderen). Hem is voor zijn vaders en moeders erfenis toebedeeld een partij land te Oude Nyerop, groot 28 morgen; ¼ deel zou daarvan niet vrij verkocht kunnen worden, volgens hem dus ¾ deel wel. Hij verzoekt nu het gehele land te mogen verkopen. De heer Guiliam Zeegers van Yeghem heer van Wassenhoven had als commissaris, daartoe door het Hof aangewezen op 1555-11-14, voor zich doen verschijnen de heer Aernt van Duvenvoorde, Jacob van Duvenoorde, here van Opdam, ridders, Charles Tserclaes als man van jvr Maria van Wyngaarden, mr Ghysbrecht van Hoogendorp als man van jvr Josina van Wyngaerden, zuster en nicht van de voors. Gysbrecht van Wyngaarden. Zij verzetten zich, op grond van het testament van jvr Aernt van Duvenvoorde, moeder van Gysbrecht, tegen deze verkoop. Consent verkreeg hij van heer Johan Oom van Wyngaarden, domheer te Luik, en van jvr Catherina van Wyngaerden, zijn broer en zuster. Om schande over de familie van executoriale verkoop te voorkomen, stemmen tenslotte allen in verkoop toe, als ¼ van de opbrengst onder het verband zou blijven. Volgt een afschrift van het testament dd 1550-05-09 en een uitvoerig exposé over de baten en schulden dd 1555-08-24. Het Hof staat vervolgens aan Gysbrecht toe de 28 morgen te verkopen onder de genoemde condities. Volgt nog een akte waaruit blijkt dat dit land niet 28 maar 40 morgen groot is (vgl 1550-05-09)