1499-07-13 |

Bibl Seminarie Warmond bergnr 0052
Jaartallenindex

Jan Reyersz, schout van Sparnedamme en van Hairlemmerlyede, Gherijt van Schoten en Evert Jansz van der Meer, leenmannen van de grafelijkheid van Holland, oorkonden dat Machtelt Philipsdochter met haar voogd Jacop Engbrechtsz overdraagt aan de priorin en de regularissen van het klooster "Te Zijl" binnen Haarlem, vooreerst 2 kampen land tezamen 6 maden, gelegen in de ban van Sparnedamme aan de Hagedijck, vervolgens een kamp land "die zes maden" geheten in de ban van Hairlemmerlyede, en eindelijk na haar dood, al haar roerende goederen, onder voorwaarde dat zij haar gehele leven in en door het klooster zal worden onderhouden en een jaarlijkse lijfrente van 14 R gld zal ontvangen, terwijl bovendien na haar dood het klooster een jaarlijkse lijfrente van 6 r gld zal uitkeren aan haar nicht Machtelt Claisdochter, zolang deze leeft