1581~ | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 8, 7
Jaartallenindex

Roel Jacobsz, nu ter tyt woonachtig tot Bergen, scheldt quyt in handen van Engel Vrerijcsz, een stuck lants genaamd "Jaep Roelofsslyck", leggende in "Huyche (?) del" in onsen banne, groot 2 geersen, belend noord: de Con. Maj, zuid: Vernan [?] del, west: Meyns Bobeldycx. Borgen: Reyer Pieter Moeyesz die tot een onderpand stelt het huis en erf daer hij nu ter tyt in woont, belend zuid: die weduwe van Cornelis Pieters Swangers, noord: Engel Vrerijcsz. Gerrit Claesz stelt als borg tot onderpand zijn huis en erf daar hij nu ter tijt in woont, zuid: Dirck Dircksz alias rijcke Dirck, noord: Pieter Allertsz. Zonder datum gaat aan de voorgaande akte vooraf een akte: Cornelis Jan Moeytenies (?) en Jacob van Bergen hebben tesamen vercoft aan Jan Pouwelsz, van Coedyck, een stucke lants d'een helft tesamen in een stucke lants liggende in de bedykte Daelmeer, int west, groot haer deel 3½ gars, d'ander helft toecomende Jan Pouwelsz, zuid: Gerryt Coenis, noord: Harck Jansz van Houten. Met de laste van ... dyck, dyckage, molengeld, erfpacht en visitatie en anders als lenden en buren van deselve meere