1594 (XII) | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 78, 79
Jaartallenindex
(zonder datum) Jan Jansz Ros scheldt quit aan Cornelis Claes Nelis, een acker saetlants genaemt "de Breetwijne", groot 9 snees 9 roeden, gelegen in de ban van Outcarspel, west en noord: de Veer, zuid: Jan Aerntsz. Waarborg: zijn zoon Jan Jansz en Cornelis Gerritsz, de zoon van Foockel Jansz. Onderpand: de huizen daer zij nu in wonen; - Jan Hendriksz kent schuldig Jacob Claes Hot, de rente 3½ gld verschenen op Carstyt 1595; - Aerjan Cornelis, van Nierop, moller van de Grob, erkent schuldig te zijn aan Neel Garbrantsdochter van Outcarspel, de somma van 75 gld, te betalen op Carstyt 1595 met 85 gld 5st; - Marten Symonsz transporteert aan Cornelis Dircsz Pater een acker saetlant gelegen op Berckmeer in de ban van Bergen, groot 3 Coedykse sneesen, belend oost: een notwech, zuid: Marten Symonsz, noord: Yff Allertsz. Onderpand zijn huis en erf gelegen op Coedyck, zuid: Lantheer, noord: Pieter Jacobsz. Borg: Yff Symonsz Claver, die tot onderpand stelt zijn huis en erf te Coedyck, zuid: Lysbet Coenis, noord: Marytgen Pietersdochter, weduwe Gerrit Jansz [?] Sloof