1596 (II) | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 88
Jaartallenindex
Hendrick Jansz, onse buervryer, transporteert aan Jan Hendriksz, onsen buyrman, de haysthues [?] ende afterendt, staende en leggende achter sijn voorhuys, met het erf; - Willem Luijtgis scheldt quijt an Cornelis Jansz, van Oterleek, een huis en erf op het suytende van Coedyck, belend zuid: Bouwen Claesz, noord: Jan Glijnisz. Onderpand: het huis en erf daar hij nu ter tyt in woont, mede op het zuidend gelegen, belend zuid: Hendrick Garist, noord: Marytgen Cornelis, weduwe Jan Garbrantsz; - Jan Gerrit Jan Nannesz scheldt quyt an Reyer Cornelisz lantmeter een acker saetland, gelegen in t Harpedel, groot 5 sneesen, noord: Reyer cornelisz, zuid: Jan Dircsz. Onderpand een stuxken weytlants genaamd "Maritge part", groot 8 sneesen, belend west: Frans Michgielsz erf, zuid: de Veersloot, recht achter: Pieter Gerrytsz Calis; - Reyer Pieter Yvis als voocht van Guert Jans, weduwe Pieter Jacobsz Luitge, scheldt quyt Cornelis Pieter smith [?] een acker saetlant gelegen in Outcarpsel, groot 11 sneesen, noord: jonge Jan Heynis weduwe, zuid: de erfgenamen van Claes Pouwelsz
Jan Gerritsz, schout, Pieter Gerritsz en Jan Cornelisz Croon, schepenen