1597-12-30 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 105v
Jaartallenindex
schout en schepenen in Koedijk oorkonden dat Willem Jansz Schotsman erkent schuldig te zijn aan Jan Jansz en Jannitge Jansdochter, kinderen van wijlen Jan Jansz Pap, geprocreert bij Griet Jansdochter van Alcmaer, een jaarlijkse losrente van 32 Kar gld, losbaar met 400 Kar gld. Hypotheek: een stuck lant in de Daelmeer, groot 3½ geersen en 3 snees, genaemt "het Oortge", oost: den Bijl, west: Pieter Jansz in St Pieters scheepken tot Alcmaer, noord: de Rynsloot. Noch een acker saetland groot 14 sneesen, gelegen acher Coedijker kerk, west: de kerckeacker en vroonlanden an wederzyden. Mistgaders zijn huis en erve, belend zuid: Pieter Jacobsz huys, noord: de weduwe van Pouwels de backer. Borgen: Jan Cornelisz den Baes, van Coedyck, woonachtig tot Alcmaer, Reijer Jansz alias Hanse Reijer, Gerrit Jansz Lantheer. Gerrit Jansz Lantheer stelt tot onderpand een stuck lants genaemt "het Lienstuck" [?] in de voors. meer, oost: Jan Cornelisz, van St Pancras, west: de Bijl, noord: de Rynsloot, groot 5 geersen. Noch een stuck lants in dezelve meer groot 7 geersen, achter de Coedycker kerck bij de brug, belend zuid: Pieter Bartholomeusz, noord: Pouwels Dircsz. Reyer Jansz en Jan Cornelisz Baes stellen tot onderpand al hun goederen. Afgelost 1626-04-08 door Jan Outgersz, get. W. Adriansz, secretaris
Reyer Cornelisz, schout, Olbrant Dircsz en Michgiel Pietersz, schepenen