1599-05 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 112v
Jaartallenindex
schout en schepenen van Koedyck oorkonden dat Dirck Reyniersz van Twisch, Pieter Cornelisz, van Hoochcarspel en Balthasar Cornelisz van Warvershooff, als erfgenamen van Jan Jacobsz Ketelman, poorter tot Alckmaer, erkennen verkocht te hebben an Cornelis Jansz, Jacob Mijnertsz en Jan Mijnertsz, poorters der stad Alkmaar, de ene helft van een stuck vroon weytlants, genaempt "de Riedige Weyde", groot in het geheel 11 geersen 3 sneesen 6 roeden 1 voet, belend west: De Ruckerdyck [?], noord: de Poele. Van gelycke bekennen Pieter Pieters, Sybrant Pieters en Jan Pietersz van Vrieslant en Jan Andriesdochter utten Haech, als erfgenamen van Jan Jacobsz Ketelmans wijf, vercoft en quytgescouden te hebben de ander helft van de voors. Riedige Weyde
Reyer Cornelisz, schout, Willem Aeriansz en Cornelis Jansz Graeff, schepenen