1568-05-02 | Velsen

R.A.H. O.R.A. 954 fol 9
Jaartallenindex

Claes Symon Wyntgensz, wonende in de ban van Spaernwoude, erkent schuldig te zijn aan Gerrit Pietersz en Aeff Willemsdochter, geechte personen, inwoonders van Haerlem, tesamen en de lanxtlevende van hen beiden, een jaarlijkse lijfrente van 7 Kar gld. Tot onderpand stelt hij: drie ackeren in Smaelgeest, oost: de erfgenamen van Jan Pietersz Kies, zuid: mr Gerrit van Ravensberge, west: die pastoor tot Velsen, noord: Ghuert Ghysberts. Item een croft in Hoochgeest, belend oost: Ghuert Ghysberts, west: Jacob Jansz in den Berck, zuid: de pastoir van Velsen, noord: Engel jonge Willemsz, in de ban van Velsen. Gerbrand en MAerten, broeders van de voorn. Claes Symonsz stellen zich borg

Dirck Royer, schout, Cornelis Claesz, Jan Adriaensz, schepenen van Velsen