1399-11-28 | Schoten

R.A.H. Coll Aanw 100 fol 9v (originele paginering)
Jaartallenindex

graaf Willem oorkondt dat Willem die Kuser, onse neve, ons opgedragen heeft van synen eyghelycken goede, syn huys te Schooten, dat Aernt die Wilden was, mit allen den erven datter toebehoort, liggende te Schooten, en belend zuid: Jacob van Bakenesse, noord: Claes moeder van Bakenesse, oost: de Brede Wech, west: die Veenwatering. Tot een vrij eigen. En dat hij hem daarmede vervolgens beleend heeft tot een erfleen, na zijn dood te komen op zijn oudste zoon die hij hebben sal bij zijn vrouw jvr Mechtilde Reyniersdochter van Heemstede. Heeft hij bij haar geen zoon of dochter dan zal dit goed komen op zijn zoon Coen of op Coenen kinderen. Ende gebrake Coene zonder witachtige geboorte, soo sout comen op Willams voirs. jongste dochter, die wairlick [wereldlijk] waren, en die hij hadde bij Yde heren Coenen dochter van Oesterwyck. Boven staat: dese brieven syn hierinne geregistreert overmits dat se begripen alle die goede die de heer van der Vere vercregen heeft jegens die joncvrouwe van Cleve en van der Marck [zie ook volgende akten]

presentibus: J. de Polanen, Arn. de Heemstede [te lezen: Haemstede ?], G. R. Vlet [te lezen: Vlec ?]