1495-01-13 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Z.H. fol 29v
Jaartallenindex
Jan Croock Govertz, Dirck van Boneem en Jacob Adriaensz oorkonden dat Machteld Jan Bairtoudszdochter en Lysbeth Jan Pieterszdochter opdroegen aan Floris Jansz van Wyfvliet, alle alsulcke maeckinge, duwarie ende lijftocht als hem beyden ende elk van beyden bijsonder te anderen tyden gemaeckt is en bewijst bij consent van den leenheer. Te weten Machteld bij haar man Jan Pietersz, en Lysbeth bij haar man Jacob Clamp Claesz, op een hoeve lands met een woninge, groot 9 morgen en een hond lands in het ambacht van Muylkerke in onsen lande van Zuyt Holland te leen als nu ter tyt bij Jacob Clamp van derselver grafelijkheid gehouden. Bovendien draagt Jacob Clamp dit leen vervolgens over tbv Floris Jansz van Wyfvliet, met het verzoek om Floris hiermede te willen belenen. Daar Jan Croock en Dirck van Boneem in absentie van onse zegelen, verzocht hebben aan Gheryt Jacobsz (voor Jan Croock) en Bruninck van Buschuysen (voor Dirck van Boneem) zegelen deze beiden voor hen, en Jacob Adriaensz zegelt voor Machteld, Lysbeth en Jacob Clamp (vgl 1495-02-01)