1496-02-28 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput N.H. fol 53
Jaartallenindex
Philips beleent Willem van Naeltwyck als gesette voogd tbv prior en gemeen convent van OLVr klooster in Bethlem der ordene van Cistarcien bij onsen dorpe van der Wateringe, alsulck nageschreven leengoed als wijlen Jan Schout Claes als gesette voocht van denzelven clooster tbv het klooster in leen hield: 1) 10 morgen op t lent beoosten den boomgaerde ter Wateringe, 2) een stucksken lands met solvelden, tesamen groot 2½ morgen land, 3) dat moleweer met die 3 weeren oostwaerts daeraen gelegen, 4) een camp lants, gehieten den Duyfhuyscamp, groot 4 morgen uit 25 morgen lants, in den Poel te Wateringen, 5) 7 morgen in den ambacht van der Wateringe, belend oost: het clooster van der Leede, west: t susterhuys van St Aechte te Delft, noord: die kercke van Monster, zuid: die noortwech [notwech ?] van t land. In een onsplittet onversterfelijk erfleen
present: heer Cornelis Cruesingh, ridder, heer van Benthuysen, houtvester van Holland, Ingelram de Jonge, Dirck van Boneem, Floris van Wyfvliet