1521-11-06 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Asperen, Altena fol 3
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor heer Gerrit heer tot Assendelft als substituut van de stadhouder generaal, Jan van Outheusden opdroeg tbv Splinter van Hargen Andriesz, de navolgende percelen van leen: 1) een hofstadt met eenre huijsinge daerop staende, gelegen in den lande van Altena in den gerechte van Almkerk tot Muylwijck, en ½ hoeve lants tot Muylwyk daeraen gelegen, 2) een boomgaert en 1½ morgen lants daeraen gelegen in den gerechte van Almkerck tot Muylwijck, belend an beyden siden: Dirrick die Burchgraven erve was. Vervolgens wordt Splinter met deze lenen beleend, 1) te houden tot een recht erfleen, binnen aftersusterkind niet te versterven, leen van Holland, en 2) te houden van onser heerlijkheid van Putten tot een recht erfleen. Daar Splinter onmondig is, doet mr Anthuenis van Bronchorst de eed voor hem. De belening op eigen naam ontbreekt

leenmannen: Floris van Assendelft, heer van Goudriaen, Lambert Millinck, heer van Eeten en Meeuwen, Cornelis Barthouts