1525-09-05 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht fol 61-64, 57-60
Jaartallenindex
Crispyn van Boschuysen, ontfanger v.d. erspargne in Holland, oorkondt dat hij in opdracht van Camer van de rekeninge, gezeten heeft in Bodegraven, waar hij Heyndrick Gerritsz, onderrentmeester van het kwartier Oudewater, op 28 juli heeft doen verkopen een partije van een recht leen groot 7½ morgen an de Mije in den gerechte van Bodegraven, gemengder vuere mit Gerrit Gybez, t welck nu ter tyt gebruict Aernt Dircsz om 4½ schild van 14 stuivers per stuk. Aan zijne Kon. Maj. aangekomen bij dode van heer Jan Harmansz van der Heede, priester, in zijn leven pastoor van Montfoort, die het ten rechten leen hield. Volgt de ordonnantie regelende de verkoop van: 1) ½ van 10 gaarden, maakt 7½ morgen in het kerspel van Woerden in het schoutambacht van Rietvelt in Vriesen van der Myen wat, gemengder vuere met Dirck Agen Harckez lant was, t welck nu ter tyt bruict Roel Jansz om 60£ Vls (andere akte: 6£) van 40 gr; 2) 7½ morgen land, gelegen an die Mije in het gerecht van Bodegraven, met Gerrit Gybez gemengder vuere, oost: het gasthuis van Woerden, west: de weduwe van Dirck Twaelfhoven, t welk tot nu toe gebruict heeft Aernt Dircsz om 14½ schilt. Koper van no 2) is gebleven Aernt Dircsz voor 44£. Op 1526-01-09 wordt Aernt Dircsz ermee beleend ten rechten leen. Koper van no 1) is Roel Jansz voor 85£ van 40 gr Vls, ten rechten leen. Op 1525-09-07 wordt Roel Jansz met dit leen beleend
bezegeld en ondertekend door Crispyn; 1525-09-07: Aelbert van Egmond, onse castellein van Woerden, Vincent Dammas, onse secretaris en clerck ordinaris v.d. camer v.d. rekeninge, Cornelis Barthouts, Anthoine le Bucq
2 akten