1526-07-16 (3) |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 159v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hij ontvangen heeft de ootmoedige supplicatie van Jacob Coppier Jacobsz, onse heemraet van Rynland, dat hij van ons als heer van Voorne in erfleen houdt een huysinge en hofstede genaemt de hofstede van Alphen, mitten boomgaert, rijsthuynen, graften ende toebehoren, groot 2 morgen land, binnen de ban van Alphen, belend mit eijgen, zuid: Willem Jansz, oost: de Rijn, noord: Jacob Coppier, west: jvr Margriet van Alkema lant, dat van cleyne begrip es, niet wel woenbaer, dat hij gaarne ofbreken of andersins appliceren soude an andere syn eygen goeden daeromtrent gelegen, alsoe verre als het selve ons alsoe beliefde, ende soude in plaets van dien ons weder op doen dragen bij enen Simon Florisz, 4 andere morgen eygen goets in de ban van Alphen en Alphenderhorn, binnen de wateringhe in het Breede weer, belend west: Heyndrick Dirck Claesz mit eygen erve, oost: dat smale weer, noord: de oude Boomgaert werf, zuid: die weteringe, diewelke veel beter sijn in jaerlixe waerde dan t voors. huijsken. Hij verzoekt om dit alles te confirmeren. Onderzocht door de rentmeester van Noord-Holland, Dirk Godschalk, die t also bevonden heeft, en dat de voors. Simon Florisz de 4 morgen uit eigen goed heeft opgedragen en weer in leen ontvangen. Karel geeft hem de voors. huysinge ten vrijen eygen tegen betaling van 12£ van 40 gr, in handen van de ontfanger van de espargne in Holland, Crispyn van Buschuysen