1528-08-25 |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 55v
Jaartallenindex
Karel beleent Jan van der Woert Pietersz, na dode van zijn moeder jvr Sibille van Saers met ½ van het navolgende leen, al gelegen in den ambachte van Naeltwyk: 1) 19 morgen lants die Adriaen Gerritsz te bruiken placht, ende nu bruict Philips Willemsz, belend oost: de heer van der Wateringe, zuid: de heer van Naeltwyck, west: dat Woer[t] landt, noord: de wateringe, 2) 14 morgen land, oost en zuid: dat Woertland, west: dat capittel van Naeldwyck, noord: de erfgenamen van Mene Henricxzoon, 3) een boomgaert van der Hoger Woert, gelegen in het midden van den voors. lande, 4) die vogelrye van Uijtkens houck totten Scholdam toe, 5) van sulk huys en erve daeraen heer Gerrit die bastaert van Liesvelt zijn lijftocht aan hadde. Ende voorts van alle andere goederen die aanbestorven mogen wezen van wijlen Jan van Saerts, egene daarvan uytgesondert dan alleen de hofstede daer t huys ter Woert op placht te stane, mitter manschap en leenmannen daertoe behorende, leen van Voorne. Tot een onversterfelijk erfleen, binnen aftersusterkind niet te versterven
Jacob Coppier, Cornelis Barthouts, Anthone le Bucq, leenmannen van Holland