1529-09-20 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Vriesland fol 49v-52
Jaartallenindex

uiterste wil van Joost van den Hove, ridder, zoon van Joris de bastaert van Brederoede, en zijn vrouw jvr Elisabeth van Minnen: indien Joost voor Elisabeth sterft zonder kinderen, krijgt zij al zijn goederen tot lijftocht, zal zij zijn begrafenis regelen, en zijn oudste broer Gysbert Jorisz van Brederode 100£ van 40 gr Vls per jaar lijfrenten uitreiken, mits hij haar niet molesteert in woorden of werken. Hij zal deze lijfrente niet mogen vercopen of belasten op verbeurte van de rente. Over zijn clederen, cleynoden en juwelen mag Joost zelf beschikken. Elisabeth bespreekt bij haar vooroverlijden de bruikwaar en lijftocht op al haar goederen aan haar man, uitgezonderd haar goederen liggende over Mase, die zullen na haar dood succederen op haar zuster jvr Marie van Minnen. Haar man zal zorgdragen voor haar teraardebestelling. Op 1531-06-30 confirmeert Karel deze brief tbv vrouwe Elisabeth van Minnen, weduwe van Joost van den Hove, ridder, zoon van wijlen Joris de bastaard van Brederode, gemaakt volgens brieven van octrooi dd 1523-02-22

bezegeld mede door heer Gheryt van Assendelft, Jan van Schagen heer van Burchoorne