1530-08-27 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Sticht, Woerden fol 16, 17, 19v
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Jan van Rutenburgh opdroeg tbv mr Vincent Cornelisz, Raad des keizers en eerste meester v.d. Camer v.d. rekening, die heerlycheid van Cabau, in hooge- en lage, tienden, belast met een eeuwige erfelijk rente van 60 gouden Koervorstse R gld, als hij den voors. mr Vincent op gisteren daaruit vercoft hadde. Met het verzoek om mr Vincent ermee te belenen. Op 1530-08-30 beleent Karel mr Vincent Cornelisz met het dorp van Cabau, mitter heerlijkheid, hoge, lage, tienden, fourfayten, renten, te houden tot een erfelijk leen, zoals Jan van Rutenberch en zijn vorders als Lodewyk van Treslonge, heer Jan van Treslonge, heer Jan van Treslong, heer Lodewijk van Treslonge, Ghysbert van Hemerten, Jan van Hemerten en hun vorders dit te houden plagen. Op 1530-08-27 verklaart Jan van Rutenberg dat het vercochte goed met niet meer belast is dan met 60 Kar gld per jaar. Voor de vrijwaring verbindt hij zijn huis ter Huele met 26 morgen in het kerspel van Lopick, leen van Holland. Op 1530-08-30 confirmeert Karel deze brief

Claes van Essche, Raad des keizers en rekenmeester, Jacob Coppier, Cornelis Barthouts, leenmannen; 1530-08-30: mr Joost Sasbout, Cornelis Bartouts