1530-10-10 |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 115, 117v, 119
Jaartallenindex
[het begin van de akte ontbreekt] leenmannen van Holland oorkonden dat Gysbrecht van Swieten Pietersz opdroeg: 1) 2 woninge, gelegen in den ambochte van Voorburgh, die eene mit 22 morgen lands, die ander met 6 morgen, die Claes van Voorburgh voortyts toebehoorden, 2) die tiende van die hofstede en hove van Swieten, mitten Duynschuyscamp [Duyfhuyscamp ?], molencamp ende Coopperswer [Coppersweer], alsoo die geleghen is tussen die Swieten ende Cooperswateringe [Copperswatering]. Welke tiende met toebehoren gelegen en begrepen is in Ryntiende, welke Jan van Swieten van de grafelijkheid in leen hield. Aen welcke tiende Gysbrecht alleenlyck behouden heeft zijn lijftocht, 3) dat ambacht van Soeterwoude. Met het verzoek om zijn oudste zoon Cornelis van Zwieten hiermede te belenen. De volledige akte nogmaals op fol 117v. De datum luidt hier: op ten dagh van October 1531. Op 1531-12-19 beleent Karel Cornelis van Zwieten hiermede, no 1 en 2 tot een onversterfelijk leen, no 3 te houden zoals zijn vader dat hield, en van Cornelis niet te versterven alsoo lang als er wittachtig kint leeft dat van wylen heer Bartholomeus van Raephorst gecomen is
Floris heer van Wyngaarden, Arent van Duyvenvoorde, Cornelis Barthouts; 1531-12-19: Zegers van Alveringen, Gerrit van der Laen, Cornelis Barthout Jansz, Adriaen Jacobsz, leenmannen