1531-03-21 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 220v, 222
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Jacob Heerman opdroeg tbv Adriaen van Egmondt, schildknape, zynder dochter man, alsulcke 5 £ gr Vls per jaar erfelijke losrenten uit een tiende geheten die Zuytmaeslandse thiende, gelegen in Maeslant. Ende noch een tiende gelegen in Hodenpijl beginnende van Anthonen Vaert opgaende by den Woude Wegen tot aan de Lierdyck toe, ende van de Lierdyck streckende van den zuytwinde zuidwest op tot aan den twee heulen schinckelende op van den Groten Vaert westwaerts tot Anthonen toe [!!]. Ende welcke eerste tienden es gedeelte in vieren: die eerste daerof genoemt die nieuwe polder thiende, die andere die oude polderthiende, die derde oock genoemt die nieuwe polre thiende, ende die leste en vierde thienden Thiende leggende achter die kercke tot Schipluyden. Jacob of zijn erven zullen die voors. tiende mogen lossen in alder manieren als die twee principaele brieven die de voors. Adriaen van Egmond voor ons leenmannen de kinderen van den voors. Jacob Heerman ontfangen te hebben [!] breeder inhouden en verclaren. De eene gepasseert bij wylen Floris van Alckemade als voogd van zijn huysvrouw Soete van de Marcke, en de andere bij de voors. Jacob Heerman en diens zoon Gerrit Heerman. Jacob Heerman verzoekt de Keizerl. Maj. om Adriaen van Egmont hiermee te willen beleenen. Op 1532-03-11 beleent Karel Adriaen van Egmont met dit leen van 5£ per jaar