1531-08-03 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Amstelland, Gooiland, Waterland, Zeevang fol 29, fol 40-43v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat wij hebben ontfangen de ootmoedige supplicatie van burgemeesters, regeerders en Raad van Amsterdamme, inhoudende hoe dat over 30 jaren proces is geweest tussen de heer van Brederode, eyser, als ambachtsheer van Amsterveen, ter eenre, en Amsterdam ter andere zijde. De eiser had gesteld dat Amsterdam hem hinderde in zijn possessie, de limieten en einden daarvan verminderde, de wegen, waterwegen, dyken en kaden onder hun bedwang brachten. Muren, vesten en poorten op zijn gebied plaatste. Schouw en jurisdictie pleegde buiten zijn consent. Dat alle geschillen nu opgelost zijn door de verkoop van de ambachtsheerlijkheid of heerlijkheden van Amsterveen, Slooten, Slooterdyck en Oosdorp, tegen vestiging van een rente van 560£ op deze goederen. Zij verzoeken octrooi voor de vestiging van deze rente en het leen te verheffen op naam van Heyman Jacobsz. De stad zal hiervoor aan de grafelijkheid jaarlijks 25 gouden Kar gld betalen, losbaar den penning 20. De grafelijkheid zal het leen aan zich mogen trekken [afkopen] tegen 3000 gld van 40 gr; fol 40-43v: hetzelfde verzoek tot vestiging van een eeuwige erfelijk onlosbare rente van 560£ op de stede van Amsterdam, op de naam van Heyman Jacobsz, onder verband van de voors. ambachtsheerlijkheden (vgl 1529-06-17 en 1531-10-09)