1532-01-15 |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 213v
Jaartallenindex
Karel beleent Catherina Potters Gerritsdochter, na dode van haar neef Willem van Cattendyck, "een duijcken" [!] omtrent 1 morgen lants groot, liggende tussen twee veenen, mit die conynen daerinne wesende ende voedende, in den ban van Noortiger hout, belend zuid: Jan van den Watere, noord: Willem van Poelenburgh. Tot een onversterfelijk erfleen. Hulde doet voor haar haar man Segers Gerritsz
Cornelis Barthout Jansz, Jan Gans, Anthoni le Bucq, Simon van der Does, leenmannen